Stap 4: Weten we al genoeg om de vragen te beantwoorden?
- Zo ja: Formuleer samen de antwoorden en noteer die bij de rubrieken J (Doelen) en K (Conclusie wat betreft het arrangement dat nodig is om de doelen te behalen).
- Zo nee: Wat moeten we nog weten en waarom? Wat moeten we nog uitzoeken, uitproberen of observeren? Welke informatie moeten we nog gericht verzamelen? Wie kan dat het beste doen? Hoe en wanneer?
Als blijkt dat een vraag nog niet te beantwoorden is, dan is meer informatie nodig. Die verkrijgen we bijvoorbeeld door:
- een gerichte observatie, zoals tijdens de instructie en het zelfstandig werken
- een gesprek met een collega (zoals de vorige leerkracht: wat werkte goed?), een andere deskundige (wat kunnen we van deze leerling verwachten?), de leerling zelf (wat zijn diens eigen oplossingen?)
- een toetsafname, zoals een spellingstoets met een foutenanalyse of een rekentoets met een strategieanalyse
- handelingsgerichte diagnostiek n.a.v. één of meer specifieke vragen
De afspraken die we hierover maken, vermelden we bij ‘Afspraken’. Bij het volgende MDO bespreken we de verzamelde gegevens. We vertalen deze ook samen naar reële doelen, onderwijs/opvoedbehoeften van de leerling en ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en ouders. In de tussentijd kunnen de leerkracht en de ouders op basis van wat we al weten alvast aan de slag met het kind.We formuleren dan een ‘voorlopige aanpak’. De leerkracht en ouders gaan deze aanpak uitproberen, ermee experimenteren: ‘Als ik … doe, dan verwacht ik dat het effect is dat ….’. Op basis van deze ervaringen kunnen ze aangeven wat al dan niet heeft gewerkt. Hiermee krijgen we nog meer inzicht in de situatie.
Wisselwerking leerkracht – leerling en ouders – kind: de rol van observaties
HGW richt zich op de wisselwerking tussen kind, onderwijs en opvoeding. Daarom bespreken we in een MDO ook:
- Wat heeft dit kind nodig? Welke hulpzinnen onderwijsbehoeften of opvoedingsbehoeften zijn van toepassing?
- Welke aanpak van school of ouders is al afgestemd op wat dit kind nodig heeft? Ga daarmee door, want dat is wat deze leerling nodig heeft!
- Waar liggen verandermogelijkheden?En wat hebben de leerkracht en ouders nodig om deze gewenste aanpak te kunnen bieden; wat zijn hun ondersteuningsbehoeften? Wat verwachten zij hierbij van elkaar, de IB-er en andere betrokkenen uit het MDO?
Het belang van observeren in de context
Wanneer een leerkracht suggesties van de IB-er/trajectbegeleider verwacht, zoals ‘tips om de taakgerichtheid te verbeteren’, dan is het belangrijk dat de IB-er/trajectbegeleider de werkhouding van het kind in de groep observeert en niet alleen in een onderzoekskamer. Want in die aparte kamer zal het kind hoogstwaarschijnlijk wél taakgericht bezig zijn. Vaak is het zo dat een kind dat zich in de groep druk en clownesk gedraagt, in het kamertje rustig en serieus is. Of dat een leerling die de groep voortdurend stoort, in de 1-op-1 situatie juist coöperatief is. Kortom: het gedrag dat de IB-er/trajectbegeleider in een kamer buiten de groep ziet is lang niet altijd representatief voor het gedrag in de groep. Het gaat namelijk om verschillende situaties en gedrag kan per situatie verschillen. Bovendien is het de bedoeling dat de suggesties of tips toe te passen zijn in de groep. Het is knap lastig om een tip die 1-op-1 werkt te vertalen naar een tip die in de hele groep werkt (1-op-30 bijvoorbeeld). Natuurlijk kan 1-op-1 toetsen, testen of interviewen in een aparte kamer nodig zijn, bijvoorbeeld bij toetsen die individueel afgenomen moeten worden of bij een persoonlijk gesprek met een leerling over diens schoolbeleving en eigen oplossingen. Maar wanneer het gaat om leer-, werkhoudings- of gedragsproblemen, dan is een observatie in de situatie waar deze zich voordoen noodzakelijk om goed zicht op de situatie te krijgen en om haalbare tips te kunnen geven. In de nabespreking met de leerkracht geeft de IB-er/trajectbegeleider feedback en zoeken ze samen naar oplossingen die bij dezesituatie aansluiten en haalbaar zijn voor deze leerkracht in dezegroep. Standaardadviezen die voor alle kinderen en alle leerkrachten gelden, bestaan niet. Elke situatie is uniek.
Stap 5. Uitzicht: wat betekent de analyse voor de aanpak?
Nu gaan we na wat de informatie uit de voorgaande stappen betekent voor de aanpak. Wat moet het kind in de komende periode leren?; wat moet jet kennen en kunnen? Bij welke gebieden is extra begeleiding en/of training van vaardigheden nodig? Wat willen we op die gebieden bereiken met deze leerling? Welke aspecten kunnen we omzetten in kleine snelle doelen (rubriek J)? Zijn deze doelen ambitieus genoeg? Zijn ze SMARTI? (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden, Inspirerend). Ook het ontwikkelingsperspectief (OPP, rubriek J1) bespreken we: wat zijn de doelen voor de lange en de korte termijn? Hoe bereiken we deze doelen? Wat hebben leerling, leerkracht en ouders daarvoor nodig? De OPP – trap helpt bij het bespreken van het uitstroomperspectief (VSO of VO), zie hiervoor de downloads ‘OPP’ op de site van Unita.
Vragen in deze stap zijn:
- Welke kenmerken van kind, groep, leerkracht, school en ouders zijn goed te beïnvloeden? Welke hoge maar reële doelen horen daarbij?
- Hoe kunnen we de belemmerende factoren veranderen en de stimulerende uitbouwen of benutten? Welke daarvan hebben de hoogste kans van slagen?
- Welke oplossingen hebben betrokkenen? Hoe verhouden deze zich tot elkaar?
- Welke maatregelen zijn al genomen? Welke daarvan waren effectief? Zouden we die nu weer kunnen toepassen? Dat wat in het verleden goed werkte, zou nu ook wel eens succesvol kunnen zijn. We hoeven dan niet opnieuw het wiel uit te vinden! Waren bepaalde maatregelen niet effectief, dan vragen we ons af hoe dat kwam. Als dat nu nog steeds het geval is, dan heeft het weinig zin om er opnieuw tijd en energie in te steken. Kortom: als iets werkt, ga ermee door. Maar als iets niet werkt, stop ermee en probeer iets anders (oplossingsgerichte benadering).
- Is er misschien iemand uit de naaste omgeving die kan bijdragen aan het doel? Denk aan grootouders, een ander familielid, buren of een ouder van een vriendje.
Wat zijn de onderwijs/opvoedingsbehoeften van deze leerling?
In deze stap vertalen we de informatie uit de voorgaande stappen in behoeften. We vertrekken vanuit de doelen. We bespreken wat deze leerling nu nodig heeft om deze doelen te kunnen bereiken. Samen lopen we de ‘hulpzinnen’ na: welke zijn van toepassing? Voor voorbeelden, zie download ‘hulpzinnen behoeften’.
- Instructie/uitleg die …
- Opdrachten, materialen en activiteiten die …
- Een leeromgeving die …
- Feedback die …
- Groepsgenoten die …
- Een leerkracht die …
- Ouders die …
- Overig, namelijk …
Wat is wenselijk (wat willen we veranderen?) en wat is haalbaar (wat kunnen we veranderen)?
Let wel: als er zorgen zijn over de veiligheid van het kind op school of thuis dan MOET er iets veranderen op school of thuis.
We denken met elkaar mee, maar gaan niet op elkaars stoel zitten!
We respecteren elkaars deskundigheid en visie. De school kent het kind als leerling het beste en is verantwoordelijk voor het onderwijs. Ouders kennen hun kind het langst, weten wat wel/niet werkt en zijn verantwoordelijk voor de opvoeding. De school beslist in deze stap dus over de aanpassingen in het onderwijs en het eventuele onderwijsarrangement (OA). De ouders beslissen over de aanpassingen in hun opvoeding en de invulling van een eventueel jeugdhulparrangement (JA). En de deskundige uit de jeugdhulp (via de gemeente) beslist over het doel en de opzet van het jeugdhulparrangement (JA).
We bekijken in hoeverre de onderwijsbehoeften, die zijn beschreven in het groepsoverzicht, nog kloppen met wat we nu weten. Indien nodig, stellen we deze bij. We gaan na of de aanpak die het kind nodig heeft in de (sub)groep te realiseren is, of dat een individuele aanpak nodig is. Het streven is de aanpak van de betreffende leerling zoveel mogelijk in de groepsaanpak te integreren en in de weekplanning op te nemen. Want het werken met verschillende individuele plannen is doorgaans niet haalbaar voor een leerkracht. Voor de leerling leidt het bovendien tot een drastische daling van de effectieve instructie- en leertijd en geïsoleerde positie. Pas wanneer we het plan van aanpak niet goed of niet volledig in het groepsplan kunnen verwerken, gaan we over tot een individuele aanpak, waarin alleen beknopt wordt beschreven in hoeverre deze aanpak afwijkt van die van de groep of een subgroep. Het ingevulde Groeidocument wordt als bijlage toegevoegd aan het groepsplan. De leerkracht en IB-er hebben het handelingsplan in dit geval al tijdens het MDO gemaakt. Een interessante vraag daarbij is: zijn er meer leerlingen die dit aanbod nodig hebben? Want dat wat de leerling met dyslexie/dyscalculie nodig heeft, is goed voor alle leerlingen met lees/rekenproblemen. En dat wat goed is voor de leerling met AHDH/ODD is goed voor alle drukke/brutale leerlingen. Door ook andere leerlingen erbij te betrekken, profiteren meer leerlingen van een MDO, blijft de MDO-leerling bij de groep en wordt het aanpassen van de aanpak vaak beter haalbaar voor de leerkracht.
Stap 6. Wat zijn de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en ouders?
Lukt het de leerkracht om de onderwijsbehoeften te realiseren in de groep? Kunnen ouders hun kind de aanpak bieden die het nodig heeft?
- Zo ja: ga door naar stap 6, Afspraken en planning.
- Zo nee, bespreek wat de leerkracht en/of ouders nodig hebben om dit te kunnen realiseren. Aan welk doel willen zij zelf gaan werken (rubriek J2 en J3)? Waar zouden ze vaardiger in willen worden? Wat zou daarbij helpen? Loop de hulpzinnen ondersteuningsbehoeften door. Als leerkracht/ouder wil ik bereiken dat ……Zelf kan ik ….. Verder heb ik nodig ….
- Kennis van …
- Vaardigheden om …
- Ondersteuning tijdens ….
- Materialen waarmee ……
- Collega’s, een IB-er of directie die ..
- Een trajectbegeleider uit de pool die …
- Coaching of begeleiding bij …
- ‘Meer handen in de klas’ in de vorm van …
- Ouders die …
- Anders, namelijk ….
Wat hiervan is haalbaar?
Stap 7: Welk onderwijs en/of jeugdhulp arrangement is nodig om de dolen te behalen?
De behoeften van kind, school en ouders verwoorden we in het Onderwijs- en/of Jeugdhulp-Arrangement (OJA): welke inzet vanuit de deskundigen-pool is nodig (qua discipline en aanbod)? Wat betekenen de voorgaande stappen (zoals doelen en wensen van betrokkenen) voor het benodigde OJA (rubriek K)? Bijvoorbeeld: begeleiding door een AB-er uit SBO of SO, inzet schoolmaatschappelijk werk, een verwijzing naar jeugdhulp of handelingsgerichte diagnostiek? Probeer dit zo concreet mogelijk te doen: wat is precies de zorg die geboden zal worden, qua deskundige en qua inschatting van de uren. In het groeidocument noteren we tevens de gemaakte afspraken in rubriek I. Wie doet wat, hoe, wanneer en waarom? Wanneer is het volgende MDO en wie zijn daarbij aanwezig? Het doel dat we beogen te bereiken en de maatregelen die we daarvoor gaan toepassen, bepalen wanneer we kunnen evalueren.
Stap 8. Verslag van het MDO
Het ingevulde groeidocument fungeert tevens als onderdeel van het verslag van deze bespreking (rubriek I). De notulist vat hierin de informatie bondig samen. Met name de afspraken zijn belangrijk: wie doet wat, waarom, hoe en wanneer? Het gaat erom dat één en ander te herleiden is en dat waardevolle informatie niet verloren gaat. Als er privacy gevoelige informatie over kind en/of gezin is besproken, dan is het van belang het verslag eerst aan ouders te laten lezen en hen om toestemming te vragen voor het verspreiden ervan naar andere MDO – leden.
Het ontwikkelingsperspectief kan als bijlage in het groeidocument worden opgenomen, zie hiervoor de downloads “OPP”.
Stap 9: Afronding met terugblik op de bespreking (evaluatie)
Tenslotte is er een afronding met een terugblik op de bespreking, de mondelinge evaluatie: zijn de doelen van de bespreking bereikt?; was het een prettige en zinvolle bespreking? Ga hiervoor terug naar stap 1: Wat waren de wensen en verwachtingen voor deze bespreking? Hebben we onze doelen bereikt? Zijn we tevreden? Check of de vragen duidelijk zijn beantwoord en de beslissingen zijn genomen. Kunnen leerkracht en ouders bij wijze van spreken morgen al aan de slag? Bespreek met elkaar hoe je deze MDO bespreking hebt ervaren. Hebben we ons aan onze afspraken gehouden? Wat was prettig en heeft goed gewerkt? Willen we het de volgende keer weer zo doen? En wat willen we de volgende keer anders doen, waarom en hoe? Zo leer je van en met elkaar om een plezierig, geslaagd en effectief MDO te voeren.
Een paar weken na het laatste MDO ontvangen de IB-er, leerkracht(en) en ouders een digitale evaluatie. Deze wordtvia het loket wordt verzonden naar hun mailadressen. Trajectbegeleider, zorg er daarom voor dat de mailadressen in het groeidocument en journaal kloppen!